De kop van deze bijdrage schept meteen verwachtingen. En nee, er is in mijn en co-auteur Ruud Mulder’s optiek nog geen alles omvattende blauwdruk voor het datacenter van de toekomst. Een toekomst waarin begrippen als big data, internet of things (IoT), web scale it, bring your own, cloud, mobile en software defined everything de eisen aan de it-infrastructuur omhoog duwen.
De meningen en visie van de verschillende technologieleveranciers verschillen nogal van elkaar in aanpak en ontwikkeling. Wel zijn er drie grote trends uit te herleiden we hie nader willen toelichten. Deze trends zijn die van de converged infrastructuur, de hyperconverged infrastructuur en het software defined datacenter (sddc).
De conventionele infrastructuur
De conventionele infrastructuur bestaat grofweg uit een drietal logische, maar ook fysieke, lagen: datacenter (compute,network,storage ) en vervolgens knoop je de bij elkaar horende componenten aan elkaar. Op dit moment is bovenstaand nog de meest gebruikte strategie. Het is al sinds jaar en dag op de markt beschikbaar en we zijn inmiddels niet anders gewend (het monolitisch mainframe is voor de meesten van ons toch echt wel voltooid verleden tijd). Wij zien dit als het ‘choose & build your own’-model.
Een veelvoorkomende uitdaging is hier vaak dat de ketens van de infrastructuur niet optimaal op elkaar afgestemd zijn. Ook ligt de verantwoordelijkheid op het gebied van regie en support nog al eens verspreid en dat levert discussies en misverstanden op. Groot voordeel van dit soort infrastructuren is dat je zelf veel vrijheid van keuze hebt en dat je, zolang het niet te groot en complex wordt, nog lekker kan ‘hobbyen’ om het aan de praat te krijgen en te houden. Politiek gezien ligt de instap naar een conventionele infrastructuur meestal niet gevoelig. Dit omdat je de traditionele it-clubjes zoals server-, netwerk- en opslagbeheer gewoon nog in leven houdt.
De opkomst van converged infrastructuur
Converged infrastructuren zijn enorm in opkomst. Standaard samengestelde bouwblokken (compute, network, storage) die je zo naar binnen rijdt en die optimaal op elkaar afgestemd en ingespeeld zijn en die zeer snel zijn uit te rollen. Mooier kan bijna niet. Converged infrastructuren zijn voornamelijk hardware-gedreven met daarover een geïntegreerde laag software die de verschillende management-interfaces van de betreffende technologieleveranciers onder water aan elkaar vast knoopt.
Nadeel van dit soort oplossingen is dat er wordt uitgegaan van een ‘big bang’-implementatie. Een converged infrastructuur biedt standaard alle lagen van de infrastructuur in één keer aan als één logisch geheel. Dus een gefaseerde overstap is niet mogelijk. Tevens is de schaalbaarheid gebaseerd op de bouwblokken en niet op componentniveau van de onderliggende technologielagen. De ideale use case voor dit soort converged infrastructuren is de complete vervanging van een infrastructuur, maar denk ook aan bijvoorbeeld een nieuw in te richten vdi-project dat modulair op te schalen moet zijn. Zo'n standaard bouwblok biedt namelijk vaak een vaste en lineair stapelbare capaciteit en performance.
In de wereld van de converged infrastructuren is ook een nieuwe vorm sterk in opkomst. Dit is de hyperconverged infrastructuur. In grote lijnen vergelijkbaar met de converged infrastructuur, maar software- (software defined) in plaats van hardware-gedreven. Natuurlijk maak je nog altijd gebruik van hardware, alleen wordt hier commodity hardware ingezet en is de hardware vendor lock-in minder aanwezig. De instap is financieel gezien vaak gunstiger dan bij de converged infrastructuren.
Alles wordt softer
Een nieuwe term, die je dagelijks voorbij ziet komen, is het software defined datacenter (sddc). Dit staat eenvoudig weg voor het volledig virtualiseren van je datacenter. Virtualiseren is zeker niet nieuw; we zijn immers al jaren gewend aan het virtualiseren van compute, dus op zich is dit een logisch gevolg. Na compute zullen ook storage en network gevirtualiseerd worden. Deze trend is goed in de markt te zien, omdat bijna alle hardwaretechnologiebedrijven langzaam de transitie naar een softwaretechnologiebedrijf aan het doormaken zijn.
Uiteindelijk zullen compute, network en storage volledig commodity gaan worden. De drie componenten worden zodanig gestandaardiseerd dat het niet meer uitmaakt waar je ze koopt. Slimme software zal de vragen van de gebruikers doorvertalen naar de hardware lagen daaronder.
Deze trend wordt natuurlijk voornamelijk gedreven door de cloud en de vraag naar flexibiliteit en keuzevrijheid. Iedereen in ict-land is opgegroeid met de hardware lock-in. Als je op één van de lagen in je infrastructuur een bepaalde keuze had gemaakt, kwam je daar vaak niet zo makkelijk meer vanaf. De technologieleveranciers vonden dit natuurlijk alles behalve erg als je al klant van ze was. Dit was toch een soort van verzekering dat de eindklant bij je terug bleef komen. Maar die eindklant was hier vaak toch wel de dupe van, omdat hij beperkt werd op het gebied van flexibiliteit en keuze.
Het doortrekken van de virtualisatietrend in het volledige datacenter is daarom ook een logisch gevolg dat hier slim op inspeelt. Ook hier zie je grofweg gezegd twee strategieën.
Gefaseerde transitie naar sddc
De overstap zal gefaseerd plaatsvinden. Ideale momenten hiervoor zijn het einde van de contractperiode van één van de twee logische lagen (storage of compute). Met deze aanpak zal het datacenter gelaagd een transitie door maken.
Na het virtualiseren van compute zien wij dat storage de volgende stap is. Software defined storage (sds) geeft je de vrijheid om op commodity servers een storage laag aan te bieden, die als één logisch geheel zal gaan dienen. Groot voordeel is de gefaseerde afschrijving en het feit dat je eindeloos kunt blijven groeien. Migratieproblematiek zal daardoor afnemen.
Een andere logische stap zal de aansturing en het management van je infrastructuur zijn. Denk hierbij aan technologie die je gehele infrastructuur als één logisch geheel zal automatiseren. Met een druk op de knop kan je nu een proces/rol aanvragen en je hoeft niet meer alle eilandjes af te zwemmen langs de compute-, network- en storage-clubs.
Echter, er blijft bij de gefaseerde transitie wel weer dezelfde uitdaging bestaan die we bij de traditionele infrastructuur al hadden: het optimaal afstemmen van de technologie van de onderliggende lagen. In de wereld van software defined is er nu eenmaal veel wildgroei gaande. En niet iedere smaak is nog helemaal af of volwassen genoeg.
Big Bang scenario
Een alternatief voor de gefaseerde migratie is het welbekende ‘big bang scenario’. Net als de overstap naar converged infrastructuren is dit niet voor iedere organisatie even haalbaar. Vaak is zo'n soort overstap alleen weggelegd voor hele grote organisaties. Groot voordeel van een volledig sddc is dat buiten compute, network en storage ook een out of the box management, user- en provisioning-portal geleverd wordt. Bovendien zijn er voorgedefinieerde blueprints van bepaalde omgevingen (vdi/db/mail/applications) aanwezig waardoor zaken gemakkelijker en sneller uit te rollen zijn. Rapportage en chargeback en andersoortige business-mogelijkheden zijn direct beschikbaar over de gehele infrastructuurketen en moeten alleen nog ‘getweakt’ worden naar de specifieke wensen en eisen van de organisatie. Groot nadeel van dit soort oplossingen is dat een gelaagde aanpak vaak niet mogelijk is en dat de keuze vooraf vaak al bepaald en daarmee beperkt is. Op zich is dit logisch, want het moet natuurlijk wel optimaal met elkaar kunnen praten.
Voorspelling
Onze visie is dat hardware (compute, storage en network) wel degelijk commodity gaat worden, ondanks dat sommigen van ons in het verleden wel eens geroepen hebben dat bijvoorbeeld storage geen commodity is. Software gaat, hoe je het ook wendt of keert, de dienst uitmaken. Het aangekondigde verdwijnen van de vendor lock-in gaat niet gebeuren. De lock-in verplaatst zich naar de leverancier van de sddc-software en zal in veel gevallen zelfs nog groter worden. De transitie van hard- naar software is perfect voor de transitie naar de cloud (denk hierbij vooral aan hybride cloudvormen).
Public cloud gaat het in onze optiek voorlopig nog niet worden, want sommige zaken wil je nu eenmaal dichtbij hebben. Al is het alleen maar voor het gevoel dat het dan veiliger is. Software defined speelt superslim in op de hybride cloud-trend. De ene keer wil je het binnen hebben en waar nodig wil je het ook naar buiten kunnen verplaatsen. En dat gaat nu eenmaal makkelijker met software dan met hardware.
Deze bijdrage is geschreven in samenwerking met Ruud Mulder, computable-expert voor de topics Cloud Computing, Storage en Loopbaan.
Computable magazine
Deze opinie is ook gepubliceerd in het Computable magazine jaargang 48, april 2015.