Ordina heeft naar aanleiding van intern onderzoek één geval van mogelijke interne fraude gevonden. De ict-dienstverlener heeft geen aanwijzingen van structurele onrechtmatigheden van frauduleus handelen bij overheidsaanbestedingen. Wel is door enkele personen ongepast gehandeld. Alle mogelijke onrechtmatigheden vonden plaats in de periode 2005 tot en met 2010. Het interne onderzoek is uitgevoerd door het advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek, de data is geanalyseerd door Fox-IT.
Ordina heeft in totaal acht cases onderzocht. In het onderzoek zijn circa 1,5 miljoen data-items betrokken en circa 65 interviews gehouden. De data-items zijn ontsloten met behulp van forensische it-expertise van Fox-IT. Daarnaast is de bedrijfscultuur en omgang met klanten binnen de afdeling Commercie tot heden onderzocht. Uit het onderzoek komt één case naar voren met een duidelijke aanwijzing van een mogelijke onrechtmatigheid. Verder is de Raad van Bestuur van mening dat in een aantal gevallen sprake is geweest van ongepast gedrag bij een beperkt aantal personen. Er zijn geen aanwijzingen vastgesteld van structurele onrechtmatigheden. Niet is gebleken van een praktijk van excessief relatiebeheer, zoals dure geschenken of buitensporige evenementen. Ook zijn geen aanwijzingen aangetroffen van omkoping of ongeoorloofde afstemming met concurrenten.
Algemene bevindingen cases In de bevindingen van het onderzoek worden acht cases beschreven, waarvan zes naar aanleiding van vragen van het programma Zembla. Onderzoek naar de overige twee cases is geïnitieerd naar aanleiding van additionele signalen van mogelijke onrechtmatigheden die in het kader van het onderzoek naar boven kwamen.
Raamovereenkomst OM
De case, waarin een duidelijke aanwijzing van een mogelijke onrechtmatigheid is gevonden, betreft een raamovereenkomst met het Openbaar Ministerie (OM) uit 2009. Na voorlopige gunning van de aanbesteding aan Ordina lijkt een medewerker van de klant aan Ordina verzocht te hebben om de prijsstelling van de offerte aan te passen. Vervolgens lijkt die prijsstelling bij de offerte inderdaad te zijn gewijzigd. Op die basis is de raamovereenkomst uiteindelijk gesloten. Ordina heeft hierover inmiddels contact opgenomen met het OM.
In vier cases (driemaal bij de IND en eenmaal bij de Gemeente Rotterdam) betreft het situaties waarin contacten hebben plaatsgevonden met opdrachtgevers gedurende een aanbesteding of waarin (vertrouwelijke) informatie is of kan zijn gedeeld. Daarbij is op grond van het onderzoek niet vastgesteld dat die contacten of informatiedeling onrechtmatig zijn geweest. Een aantal situaties kan wel vragen oproepen en in enkele gevallen vindt Ordina dat er sprake is geweest van ongepast gedrag van (voormalige) medewerkers.
Een andere case, bij het ict-bedrijf van de rechterlijke organisatie Ictro, heeft betrekking op de verlenging van een raamovereenkomst op initiatief van de opdrachtgever. Daarbij is het de vraag of de overeenkomst op deze wijze nog verlengd had mogen worden.
Geen onregelmatigheden
Bij de overige twee cases (een bij Defensie en een bij het OM) lijkt geen sprake te zijn geweest van onrechtmatigheden maar van reguliere informatiedeling. De genoemde aanbestedingen en opdrachten hebben betrekking op de periode 2005 – 2010. Veel van de betrokken medewerkers, waaronder een aantal zzp’ers, zijn de afgelopen jaren bij Ordina vertrokken. Van één medewerker die nog bij Ordina werkzaam was, is inmiddels afscheid genomen. Op basis van de recente onderzoeksresultaten beraadt de Raad van Bestuur zich op disciplinaire maatregelen tegen een beperkt aantal individuen.
Op basis van de bevindingen van het onderzoek concludeert Ordina dat er geen aanwijzingen zijn gevonden van structurele onrechtmatigheden bij aanbestedingen en opdrachten van de overheid. Uit het onderzoek is niet gebleken van een praktijk van excessief relatiebeheer, zoals dure geschenken of buitensporige evenementen. Ook zijn geen aanwijzingen aangetroffen van omkoping of ongeoorloofde afstemming met concurrenten.
Reactie Stépan Breedveld
‘Wij staan voor Ordina als een integer bedrijf en veroordelen elke vorm van ongepast gedrag’, zegt Ordina-ceo Stépan Breedveld. ‘Wij beseffen dat de bevindingen impact hebben op onze klanten, medewerkers en aandeelhouders. Al onze stakeholders moeten blind op ons kunnen vertrouwen. Terecht verwachten zij dat wij de hoogste standaarden hanteren in de beoordeling van gewenst en ongewenst handelen. Wij hebben de ambitie gesteld om onszelf positief te onderscheiden op het gebied van integriteit, compliance en transparantie. Ons integriteitsprogramma vervult daarin een cruciale rol.’
Lees ook