OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, wil dat er meer keuze voor de consument komt op de kabel. Daarom heeft de toezichthouder de twee grootste kabelmaatschappijen in Nederland, UPC en Ziggo, een tweetal verplichtingen opgelegd.
Zo moeten alternatieve aanbieders hun eigen digitale TV-pakket kunnen aanbieden over de kabel. Ten tweede zijn UPC en Ziggo verplicht om de analoge kabelaansluiting administratief door te verkopen aan andere bedrijven. Die moeten dan nog wel zelf de uitzendrechten regelen.
Deze maatregelen waren al eerder bekend gemaakt, maar worden nu specifiek toegespitst op de twee grootste kabelaars in ons land. In september 2005 kwam telecomwaakhond OPTA trouwens al eens met een soortgelijk kabelbesluit, maar dat werd afgekeurd door de Europese Commissie.
OPTA komt tot de verplichtingen op basis van de zogenoemde prospectieve analyse van de Nederlandse omroepmarkt die gisteren is gepubliceerd (Pdf), waarin trouwens veel cijfers als vertrouwelijk zijn weggestreept. Ondanks de opkomst van alternatieven zoals Digitenne, IP TV en satelliet zijn UPC en Ziggo volgens de toezichthouder onverminderd sterk met een gezamenlijk marktaandeel van 81 procent. Omdat OPTA verwacht dat de markt zich steeds meer gaat bundelen, is het van belang dat ook alternatieve aanbieders een bundel kunnen aanbieden.
Digitale televisie wint steeds meer aan belang op de omroepmarkt, omdat deze techniek een betere kwaliteit en meer mogelijkheden biedt, bijvoorbeeld video-on-demand. Inmiddels kijkt bijna 40 procent van de televisiekijkers digitaal, maar hiervan maakt ongeveer de helft ook nog regelmatig gebruik van analoge kabeltelevisie. De analoge aansluiting blijkt in de strijd om de televisiekijker een onmisbaar element. De wederverkoop van de analoge aansluiting kan als springplank werken voor alternatieve aanbieders om hun eigen digitale pluspakket aan te bieden.
Doordat alternatieve aanbieders de consument naast het analoge pakket een decoder voor hun eigen digitale pakket aan kunnen bieden, kunnen zij volwaardig concurreren met het tv-aanbod van de kabelmaatschappijen. Door daarnaast gebruik te maken van het netwerk van KPN voor het aanbieden van telefonie en internet, kunnen alternatieve aanbieders triple play pakketten aanbieden (tv, internet en telefonie). Dan hebben alternatieve aanbieders een opstap om te concurreren in elektronische communicatiemarkten waar bundels en digitalisering steeds belangrijker worden.
KPN mag in beginsel geen gebruik maken van de wederverkoop van de analoge tv-aansluiting, net zoals UPC en Ziggo geen telefoniediensten mogen aanbieden over het netwerk van KPN.
Later vandaag komt OPTA met de ontwerpbesluiten voor de kleinere kabelbedrijven. Zo heeft REKAM, een kabelaar in Midden Nederland, al toegezegd dat derden gebruik kunnen maken van de digitale tv. Analoog wordt moeilijk vanwege te verwachten capaciteitsproblemen.
De vereniging van kabelbedrijven, NLkabel, noemt het ontwerpbesluit van OPTA in een reactie ‘opmerkelijk’. Volgens directeur Rob van Esch van NLkabel draait OPTA de klok terug door de aanbieders van analoge tv aan te pakken, terwijl consumenten massaal op weg zijn naar digitale tv. UPC verwijst naar NLkabel met de toevoeging "dat we het rapport aan het bestuderen zijn".
OPTA streeft ernaar dat het besluit op 1 januari 2009 van kracht wordt. De betrokkenen hebben tot 29 september om eventuele bezwaren kenbaar te maken. Ook de Europese Commissie moet er nog mee instemmen.