Poosje terug moesten we een nieuw matras kopen. Toen ik ons wensenlijstje voor ons nieuwe matras aan de verkoper van de beddengigant had voorgelegd wees hij ons op twee matrassen. Hij zei: uit deze twee zou ik kiezen. Die kost vierhonderd en die vijfhonderd euro. Dus ik zeg, wat is het verschil tussen dan die twee matrassen? Waarop hij zei: honderd euro.
Dit gevoel had ik ook toen Apple vorige week zijn nieuwe iPhones presenteerde. Het belangrijkste is eigenlijk de prijs. Tussen neus en lippen werd even verteld dat de nieuwste iPhone XS Max ruim 1250 euro moet kosten. Ik schrik er niet eens meer van. Vroeger maakte je nog wel eens het grapje: de smartphone kan tegenwoordig zo veel, kan je er nu ook al mee koffiezetten? Maar met een smartphone van 1250 euro neem ik aan dat je er inderdaad ook een goede bak koffie mee kunt zetten. Of in ieder geval dat je er mee onbeperkt bitcoins mee kunt delven om zo je telefoon te kunnen afbetalen.
Geen concurrentie
Apple kan met gemak 1250 euro vragen omdat ze geen concurrentie hebben in dat segment. Je merkt het tijdens de presentatie. Apple vergelijkt al zijn producten ook nooit met de concurrent maar alleen met de vorige versie van Apple. Dit doen ze bewust anders kom je erachter dat je voor 1250 euro minimaal zes Koreaanse toestellen kunt kopen waar je net zo veel mee kunt. Als Apple zegt: ‘dit is de beste batterij ooit’, dan bedoelen ze, deze batterij is beter dan die Hema-batterij die in de vorige iPhone zat. En bij de Apple-fan met te veel geld loopt vervolgens het kwijl uit zijn mond en het geld uit zijn portemonnee.
Naast de iPhone XS komt Apple binnenkort ook met de iPhone XR. Wat het verschil is tussen die twee? Vierhonderd euro.
Lees ook