Managed hosting door True

IT Talent Debate 2014

Debat over privacy, informatica en open source

 

IT Talent Debate 2014

Tijdens het IT Talent Debate 2014 werd er volop gediscussieerd. [foto: Floris Heuer]

Tijdens het IT Talent Debate 2014 op 23 mei vonden er in het debat tussen it-studenten en tien organisaties drie discussies plaats. Deze gingen over de verantwoordelijkheid bij privacy, het vak informatica in het voortgezet onderwijs en het gebruik van open source software bij de overheid.

Waar de dag vorig jaar nog vroeg begon met een ontbijtsessie, wordt dit jaar meteen afgetrapt met een stevig debat als ontbijt. Verschil ten opzichte van vorig jaar is dat het publiek dit jaar is ingedeeld in een vak voor en een vak tegen de stelling. Studenten hebben geen keuze in welk vak zij terecht komen en worden daarmee uitgedaagd goed na te denken over de argumenten die zij geven. Het gaat er dus niet om het geven van de eigen mening. Deelnemende bedrijven dit jaar zijn Afas Software, Atos, Incentro, Capgemini, Esperanto XL, KZA, Sociale Verzekeringsbank, Topicus, VX Company en Ymor.

Stelling 1: De it-branche is verantwoordelijk voor de privacy van gebruikers
Dit is meteen een gevoelige en hedendaagse stelling. Het vak voor de stelling is vooral van mening dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor het feit dat de privacy van gebruikers niet in het geding moet komen. Er wordt sterk gewezen op het feit dat veel burgers niet weten in hoeverre hun privacy geschonden wordt en termen als ‘cookie’ niet goed kennen. Hierdoor zijn ze ook niet in staat om hun eigen privacy af te schermen. Daarnaast zijn algemene voorwaarden tegenwoordig pagina’s lang voor hele simpele apps of een e-mailaccount. De gebruiker is al snel geneigd hierbij op ‘accepteren’ te klikken zonder de details te lezen.

Het tegen-vak geeft aan dat gebruikers zelf verantwoordelijk zijn om privacygevoelige informatie af te schermen. ‘Als je zwanger bent en hebt gezocht naar zwangerschapsinformatie, maar niet wil dat anderen hier achter komen, dan ben je zelf verantwoordelijk om incognito te surfen.’ Studenten in het vak geven aan dat it-bedrijven de omgang met privacygevoelige data zouden moeten opnemen in hun visie omdat het tenslotte om normen en waarden gaat. Daarnaast geven deelnemende bedrijven aan dat het vooral de wetgeving is die zou moeten vaststellen wie verantwoordelijk is voor de privacy.

Er mag geconcludeerd worden dat privacy van gebruikers vooral een ethische kwestie is en dat er een hele dunne lijn is tussen misbruik en gebruik.

Stelling 2: Er moet een havo/vwo komen die zich richt op informatica
Bij deze stelling zijn de bedrijven, net als bij de eerste stelling, evenredig verdeeld (vijf om vijf). Het voor-vak geeft aan dat informatica tegenwoordig onderdeel is van ieders leven. We kunnen er niet omheen en toch wordt er nog maar zo weinig aan gedaan om vers bloed richting de branche te sturen. Het tekort aan ict’ers loopt de komende jaren alleen maar verder op en dit zou een manier kunnen zijn om instroom te bevorderen. Sommigen weten al op jonge leeftijd iets te willen doen met it en beginnen zelfs al op twaalfjarige leeftijd te programmeren. Als je de groep jongeren de kans geeft zich al vroeg te specialiseren, worden ze alleen maar beter in hun vak. Het is toch ook nog mogelijk om te kiezen voor economie, kunst en natuurkunde, dus waarom niet met de tijd meegaan en informatica toevoegen?

Het tegen-vak geeft aan dat je jongeren vooral niet in een bepaalde richting moet duwen, maar ze de kans moet geven zelf te ervaren welke richting ze op willen gaan. Als er al vroeg een specialisatie voor it wordt afgegeven, dan belemmer je studenten in hun keuzes. Het is daarnaast ook niet gezond, zeggen sommigen, om al zo jong met it bezig te zijn. Kijk naar de meeste hackers, die zijn al jong zat. Als ze de kneepjes al leren op school, dan zit daar een risico in. Daarnaast wordt de vraag gesteld wie het vak informatica moet gaan geven. Een leraar die al twintig jaar voor de klas staat weet minder dan de studenten die een les bij hem zouden komen volgen.

Uiteindelijk is driekwart van de zaal tegen informatica als verplichte stroming binnen het voortgezet onderwijs. Met een knipoog wordt de zaal verweten dat ze waarschijnlijk bang zijn voor toekomstige concurrentie op de arbeidsmarkt.

Stelling 3: De overheid moet alleen nog maar open source software gebruiken
Hier zijn de bedrijven voor het eerst niet evenredig verdeeld en zijn slechts twee bedrijven voor de stelling. De reden dat de meeste tegen zijn heeft vooral met de stelling te maken dat de overheid alleen maar open source zou moeten toepassen. Ze zijn het er vooral over eens dat het een combinatie moet zijn tussen open source en closed source.

Het voor-vak geeft aan dat open source een goede manier is om problemen snel en efficiënt op te lossen. Doordat anderen ook in de broncode kunnen werken, kan de service worden verbeterd en kan men van elkaar leren. Als de broncode in een vroeg stadium gedeeld wordt, dan kan je profiteren van kennisoverdracht en door middel van teamwork kan een sterker platform worden neergezet. Daarnaast is de besluitstructuur heel erg dynamisch en is het vooral de innovatieve kracht die meerwaarde biedt.

Het tegen-vak is duidelijk en vindt dat open source veel te duur is voor de overheid en pas overwogen zou moeten worden als het ook volledig aansluit bij alle services die geboden worden. De overheid moet zich niet laten afleiden en eerst maar eens laten zien dat kleine it-projecten succesvol kunnen verlopen. Het laatste wat je als overheid wil, is dat hackers bij je data kunnen komen en je zo in een slecht daglicht wordt geplaatst. Opvallend is dat alle it-leveranciers in de zaal tegen zijn. Zij hebben uiteraard een stukje eigenbelang bij de stelling en vinden dat vooral zij zelf de overheid het beste kunnen ondersteunen bij problemen en verbeteringen.

Het moge duidelijk zijn dat deze stelling een groot tegen-publiek kent, maar liefst 84 procent van de studenten geeft aan tegen de stelling te zijn.

Winnaars

Van de aanwezige organisaties wordt de input in het debat van de SVB het beste gewaardeerd. Rob de Wit, student informatiekunde aan de Universiteit Utrecht, stuurde volgens de jury de beste opmerking in en won hiermee de virtual reality-bril Oculus Rift. Hij was verantwoordelijk voor de vraag of het niet heel lastig wordt om leraren te vinden die beter met it kunnen omgaan dan de scholieren. De beste debater onder de studenten was Bor de Kock, software- en web science-student aan de TU Eindhoven. Hij won deelname aan een rondetafeldiscussie met it-partijen.

Dit artikel is afkomstig van Channelweb.nl (https://www.channelweb.nl/artikel/5092824). © Jaarbeurs IT Media.

?


Lees ook


 
Nieuwsbrief

Wil je dagelijks op de hoogte gehouden worden van het laatste resellernieuws, trends en ontwikkelingen? Abonneer je dan op onze gratis nieuwsbrief.

Vul een geldig e-mailadres in

Stuur door

Stuur dit artikel door

Je naam ontbreekt
Je e-mailadres ontbreekt
De naam van de ontvanger ontbreekt
Het e-mailadres van de ontvanger ontbreekt

×
×


Wilt u dagelijks op de hoogte worden gehouden van het laatste ict-nieuws, achtergronden en opinie?
Abonneer uzelf op onze gratis nieuwsbrief.