Het was zijn eerste Connect, de gebruikersbijeenkomst van Red Hat, in de Jaarbeurs. Sinds februari 2022 is Marcel Timmer de nieuwe directeur in Nederland. Met een brede grijns aanschouwt hij de wriemelende massa mensen. 'Zo mooi dat we elkaar weer kunnen ontmoeten', zegt hij in een gesprek met Computable. En ook: 'Jammer dat legacy zoveel innovatie belemmert. Bij de overheid, maar zeker ook bij het bedrijfsleven.'
De zaal Supernova in de Jaarbeurs zit vol als Timmer het podium opkomt om Connect2022 te openen. Hij schetst hoe we in de loop der jaren zijn aanbeland in ‘het nieuwe normaal’, daarmee doelend op een hybride IT-omgeving. Het begon in 2011, wanneer Marc Andreessen (destijds mede-ontwerper van de eerste breed gebruikte webbrowser Mosaic, later ook Netscape) meldt dat ‘software is eating the world’ in een artikel in The Wall Street Journal.
De volgende stap is in 2015, wanneer analisten van Deutsche Bank bij hun voorspelling voor 2016 melden: ‘Open source keeps eating the world’. Timmer plaatst de uitspraak ‘Every company is a software company’ in 2016 en volgende jaren. Deze waarneming werd overigens al beschreven in 2011 in een artikel in Forbes. 2020 is het jaar van de pandemie en serieuze beveiligingsincidenten.
Hybride is het nieuwe normaal
Om vervolgens te verwijzen naar de uitspraak van Paul Cormier, thans president van Red Hat: ‘It is not enough to view every company as a software company. Now, every cio is a cloud operator’. Waarmee Timmer in het hedendaagse belandt, waar een hybride omgeving het nieuwe normaal is. Een it-omgeving met on premises, public en private cloud, en edge. Applicaties en data die zich door al die netwerkonderdelen spoeden.
Daarbij, zo houdt Timmer, zijn gehoor voor, is it-beveiliging niet onderhandelbaar. ‘Security moet de eerste en hoogste prioriteit hebben.’
Na hem spreekt Carrie Carrasco, directeur Solution Architecture bij Red Hat Nederland. Zij brengt de stelling naar voren van het World Economic Forum dat 95 procent van alle computerinbraken het gevolg is van menselijk handelen. ‘Vandaar dat wij nieuwe securitymogelijkheden hebben geïntegreerd in Red Hat Enterprise Linux en ons OpenShif-portfolio. Bovendien hebben we in onze software supply chain meer security partners opgenomen.’ RHEL is overigens op versie 9 aangekomen.
Overheid
Later erkent Timmer aan Computable dat zijn handen soms jeuken als hij leest dat veel dingen bij de overheid niet mogelijk zijn. Denk aan uitvoeringsorganisaties als Belastingdienst en UWV, of de nationale politie die ‘de tapkamer’ maar niet aan de praat krijgt, of aan de Omgevingswet die door de automatisering steeds wordt uitgesteld.
Timmer: ‘Overigens wordt er heel hard gewerkt binnen de overheid, ondanks de legacy, alle budget-issues en het personeelstekort. Er is heel veel goede wil om de systemen te verbeteren. Maar ja, je kunt nog zo veel willen veranderen, je hebt nu eenmaal te maken met verouderde systemen. Van het it-budget gaat zo’n 85 procent op aan het in de lucht houden van legacy.'
Innovaties
'Slechts 15 procent is beschikbaar voor innovaties. Dat knelt, omdat organisaties en bevolking tegenwoordig andere eisen stellen aan geautomatiseerde systemen. Dan heb je de flexibiliteit van open source nodig, waarmee je ook een lock-in voorkomt. Dit geldt overigens niet alleen voor de hard- en/of software, maar ook voor de cloud. Je moet voorkomen dat je met handen en voeten gebonden bent aan één cloud provider.’
Hij plaatst de positie van de overheid wel in perspectief. ‘Ook het bedrijfsleven, zoals grote banken, heeft het moeilijk met legacy. Alleen start-ups die met een schone lei kunnen beginnen, hebben daar geen problemen mee. Dat verklaart vaak ook meteen hun succes.’ Timmer is ingenomen met het uitgangspunt ‘Open source, tenzij’ bij de overheid. ‘Maar ja, er is nog wel heel veel legacy’, verzucht hij. Tegelijk ziet hij dat de overheid wel ‘heel grote stappen’ zet.
Cultuur
Wat Timmer het meest opviel toen hij ruim een halfjaar geleden aantrad, was de open cultuur. Hij heeft zestien jaar bij Microsoft Nederland gewerkt en de voorlaatste twee jaar bij AWS in Nederland. ‘Ik weet dus hoe het ‘aan de andere kant’ werkt. De open manier van omgang met elkaar, met klanten en partners bevalt mij heel goed. We doen open zaken met elkaar, alles is transparant. Wij verkopen geen software, alleen diensten. Dat alles bij elkaar geeft een heel andere dynamiek dan ik gewend was. De gesprekken met klanten gaan dieper. Een positieve ervaring.’
Hij geeft aan dat veel mensen Red Hat kennen van de Linux-ondersteuning. ‘Maar wij hebben zo veel meer te bieden. Ook op het vlak van edge en containers, bijvoorbeeld. Er mag wel een tandje bij om dat meer bekendheid te geven’, vindt hij.
Ook die positieve ‘open-ervaring’ vindt volgens hem nog te weinig weerklank op de markt. ‘Dat geldt trouwens ook intern. Daarom zijn we het ‘a great place to work’-traject gestart. Ook om de waardering te geven die ons personeel verdient.’ Hij voegt eraan toe dat mensen het wel prettig blijken te vinden om bij Red Hat te werken. ‘In de corona-tijd zijn we zelfs nog gegroeid met dertig mensen. En wereldwijd zijn we gegroeid naar twintig duizend medewerkers.’
Risico’s en afhankelijkheden
Volgens Timmer is er vrijwel geen slechte informatietechnologie meer. ‘Het gesprek met klanten gaat dan ook niet in eerste, zelfs niet in tweede instantie over de technologie. Het gaat over de risico’s en afhankelijkheden. Over nadenken over portabiliteit van applicaties. Want je moet voorkomen dat je jezelf vastpint op bijvoorbeeld een cloud provider.'
'De vraag is of je open source wilt gebruiken en waarom. Hoe je een omgeving kosteneffectief kunt beheren. En vooral hoe je dat alles veilig doet. Het gaat niet meer zozeer over technologie, maar vooral over hoe je die inzet. En cio’s zijn zich daar goed van bewust. We hebben het niet meer over de journey to the cloud, maar over de journey in the cloud. Het is geen sinecure om een SAP-omgeving naar de cloud te brengen, maar het blijft puzzelen om dat op zo’n manier te doen dat de beloofde flexibiliteit van de cloud ook echt wordt benut.’
Lees ook